

In maart 2021 ging een onderzoekstraject tussen DOEK en ErfgoedLab Antwerpen van start. Hieronder leidt Anna Jamieson, onderzoeker, kort het co-creatieve, participatieve onderzoek in. De komende maanden kan je het traject volgen op onze website.
De stad is een bijzonder organisme – zelf levend en vol leven, vol mensen die elkaar kruisen, maar niet kennen. In de stad ontmoeten, net zoals mensen, ook verschillende gewoontes elkaar – terwijl jij een brood gaat kopen, zie je een buurvrouw die de hond uitlaat, begint een overbuur aan het gebed en een andere straatgenoot aan een yogasessie. In de stad, net als elders, geven we allemaal op onze eigen manieren betekenis en waarde aan ons leven. Veel van deze manieren delen we met anderen – we leren van, geven door, steken anderen aan. ErfgoedLab Antwerpen onderzoekt, via verschillende projecten en op verschillende manieren, hoe dit delen er in de stad uitziet – het stelt vragen over wat Antwerpenaren doen en doorgeven aan elkaar, over hoe mensen en plekken vol herinneringen zitten, en over hoe die herinneringen mee vorm geven aan ons heden en aan onze toekomst. Het onderzoekt gemeenschappen, waarin mensen, in al hun eigenheid en diversiteit, anderen kruisen en naast elkaar lopen, een eindje of een heel leven. Want in die warrige, kleurrijke stad zijn er altijd dingen die ons verbinden, rode draden die ons vasthaken aan anderen, aan vroeger, later, en nu.
Kunstenorganisatie DOEK is een van die duizenden rode draden die door en buiten onze stad krioelen. DOEK verbindt, als artistiek textielplatform, mensen rond textiel – alle projecten onder de vleugels van DOEK hebben een relatie met textiel, waar telkens ‘iets’ mee of rond wordt gedaan. Sociaal geëngageerd kunstenaar Lies Van Assche richtte het textielplatform op om nieuwe vormen van maken en ontmoeten te verkennen. In deze projecten primeert de artistieke waarde – DOEK zet volop in op artistieke vernieuwing en excellentie. Maar voor DOEK is het artistieke onvermijdelijk verbonden met het maatschappelijke: zoals een werk wordt gecreëerd, wordt ook een samenleving gemaakt. Processen uit deze eerste vorm van creatie kunnen als inspiratiebron dienen voor de tweede vorm van maken. En wat artistiek onthuld of verbeeld wordt, heeft een impact op hoe men daarna handelt in de wereld. Bovendien zet DOEK in op community-building: het wil een voedingsbodem zijn voor een gemeenschap van makers, denkers en doeners die zich verenigen rond verschillende vormen van textiel. In dit verenigen schuilt ook steeds delen: van kennis, materialen, contacten en meer. Het is mede door dit delen dat DOEK als een soort praktijk- en erfgoedgemeenschap beschouwd kan worden.
Het onderzoekstraject van DOEK en ErfgoedLab Antwerpen is opgebouwd rond enkele vragen die polsen naar de manier waarop DOEK, als innovatieve kunstenorganisatie, impliciet of expliciet, aan de slag gaat met erfgoed. DOEK werd geboren in én uit Antwerpen – de organisatie zit sterk ingebed in de stedelijke context, die ook wordt gethematiseerd in enkele projecten. Zo sluit DOEK nauw aan bij het interesseveld van ErfgoedLab Antwerpen. Een van de strategische doelstellingen van ErfgoedLab is namelijk ‘via participatieve, multidisciplinaire proeftuinen de invloed van maatschappelijke transities op stedelijk erfgoed en de achterliggende erfgoedprocessen [verkennen].’ Deze strategische doelstelling vertrekt mee vanuit de constatering dat in steden er heel eigen dynamieken heersen, die een grote impact hebben op hoe erfgoed wordt beleefd en kan verder bestaan. Waar ‘traditioneel’ (op zich al een beladen term – wiens traditie?) overdracht vooral van ‘oud’ naar ‘jong’ gebeurt, zijn in een stad meer grillige bewegingen zichtbaar. De in- en uitstroom is groot in de stedelijke context – ‘samenstellingen’ van straten en buurten veranderen jaar na jaar. Mensen komen aan, vertrekken weer, laten dingen achter, en neem dingen mee. In navolging van De Lange en De Waal, suggereert Arno van der Hoeven dat ‘networked publics’ in veel stedelijke (erfgoed)contexten een meer werkbare term is dan ‘communities’ – ‘networked publics’ zijn dan groepen mensen die zich, kortstondig of langer, verenigen rond een gedeeld onderwerp en onderscheiden zich van ‘communities’ omdat ze vooral bestaan uit verschil. ‘Networked publics’ overstijgen zo buurt, sociale klasse, etnische en/of culturele achtergrond, en meer.
Voor het co-creatieve, participatieve onderzoekstraject wordt gekeken naar de manieren waarop DOEK inspeelt op deze stedelijke eigenheid, waarbij verandering een constante is, en naar hoe dit zich vertaalt in de netwerken waaruit DOEK uit bestaat en die DOEK mee in verbinding brengt. Zo willen DOEK en ErfgoedLab Antwerpen een beter inzicht krijgen in hoe, waarom én met wie DOEK ‘werkt,’ hoe dit gelinkt is aan de stad en haar inwoners, en hoe dit alles raakt aan de snijlijn tussen kunst en erfgoed. Voor het onderzoek wordt er gefocust op twee projecten: ‘Collective Wisdom Sessions’ en ‘STST 2.0.’ (als voorbeeld van een ‘nomadisch ontmoetingsatelier’). Beide projecten zetten maximaal in op verbinden. In het geval van Collective Wisdom Sessions gebeurt dit rond afgebakende thema’s, die telkens worden geïnitieerd door ‘aanstokers,’ die rond ‘hun’ thema een meerstemmige groep makers, denkers, vormgevers, etc. verzamelen. Alle leden van de groep hebben een band met het thema – persoonlijk, academisch, ambachtelijk, etc.
Bij STST 2.0. wordt gewerkt met een ‘uitnodiging voor iedereen’: voor dit community-art project is eenieder welkom om een steekje bij te dragen op ‘stadsdoeken’ en een verhaal te delen, telkens op een andere locatie in de stad. Zo zet STST 2.0. in op elkaar ontmoeten in en rond de publieke ruimte, die in het project wordt gethematiseerd. Door(heen) het project komen er ook telkens nieuwe mensen op het pad van DOEK die een bijzonder textieltalent of -verhaal te delen hebben. Daarmee werkt STST 2.0. met het gegeven van ‘community’ (of ‘networked public’) op twee niveaus: enerzijds een stedelijke community van mensen die in de stad wonen of zich erdoor begeven, anderzijds een community van makers, kunstenaars, vormgevers, dragers, etc. die allemaal een bijzondere link met textiel hebben. Deze laatste ‘community’ is het fundament waarop DOEK wordt gebouwd en waarmee oprichtster Lies Van Assche, vanuit haar artistieke praktijk en rol binnen DOEK, een langer gesprek aangaat.
Beide projecten worden voor dit onderzoekstraject nauw gevolgd en ervaren, beschreven en gedocumenteerd. Bovendien wordt er in gesprek gegaan met mensen die de projecten mee beleefden, om zo beter te begrijpen wat hun impact is – van de projecten op de mensen, maar ook omgekeerd. Zo wilt het onderzoek het inzicht in DOEK verdiepen en delen, door tijd te maken voor uitgebreide reflectie en gesprek. Deze inzichten en reflecties worden gebundeld en gedeeld – in een tekst die het verloop en de bevindingen van het onderzoek schetst, en in een communicatieproduct.
aanstoker
Lies Van Assche
deelnemers
Aurélie Van de Peer
Fiore Farhand
Jan Merckx
Kathleen Melis
Samira Lafkioui
Sarah Vandoorne
Sep Verboom
moderator
Anna Jamieson
partner
MoMu Antwerpen
met steun van
Stad Antwerpen
Tijdens de Collective Wisdom Sessions rond ‘Social Washing’ wordt onderzocht hoe ‘social washing’ eruit kan zien en wat de impact ervan is op makers, ontwerpers en vormgevers. De groep buigt zich rond volgende vraag: hoe kunnen we de overstap maken van social washing naar een duurzame en ethische samenwerking? Naast internationale casusses, wordt er ook gekeken naar de Belgische context en systemen en de impact van circulair denken op het lokale verhaal. Deelnemers dragen bij vanuit hun verscheidene ervaringen en expertises: modeproductie,(sociaal) duurzaam ontwerp, sociale innovatie, circulair denken, modefilosofie, etc.